woensdag 14 september 2011

Terelj National park - Ger kamp


(18 Augutus)
Om 10 uur, dus gelukkig niet midden in de nacht,vertrokken we richting Terelj. Naara ging als gids ook mee naar het park en Janen Yannick waren onze medereizigers voor het verdere verloop van de reis. Dit keer geluk dat het hotel zich aan de rand van de stad bevond, daar we in noord-oostelijke richting vrij vlug uit de files waren en we in een rustigtempo konden verder rijden. Na een 20 minuten lieten buitenwijken van UlaanBaator achter ons. Ze zagen er een beetje groezelig uit, maar niet te vergelijken met India.
De Mongolen zijn inderdaad veel vriendelijker dan de Russen en spreken vaak een aardig woordje Engels; in ieder geval kunnen we ons verstaanbaar maken. Het vertrouwde spugen is hier, net zoals in Tibet eendeel van de cultuur…… en het stereotype idee van oude mannen die rochelen en spugen mag je hier ook laten varen. Ook mooie jonge dames laten het niet na,… alhoewel het rochelen minder luid is (ze zijn dus beschaafder J, door onze culturele bril op gezien). Het park ligt eigenlijk maar op 1,5 uur rijden van de hoofdstad. Het gehobbel valt nog mee, dus de wegen zijn hier betrekkelijk goed, alleen opletten voor andere weggebruikers :-).
Veel Mongolen brengen het weekend trouwens in deze buurt door om de warme en vervuilde stad te ontsnappen.
Onze eerste halte bereiken we na een 40 minuten rijden; een sjamanistische heilige plaats, met drie gers van lokale zakenmensen, die allerlei snuisterijen aan de man proberen te brengen. Het valt steeds meer op dat, vooral de sieraden zo veel lijken op zaken die ook in Tibet en zelfs Mexico te koop worden aangeboden. De mensen lijken ook op elkaar.
Maar goed, de traditie in ere houdend, liepen we drie keer met de klok mee rond deze zelfgeconstrueerde stupa en bij elke ronde wierpen we een steen(tje) op de berg. Om te eindigen gingen we de drie gers binnen om de snuisterijen te bekijken.
Bij een van de Gers zat ook een adelaar en ja hoor foto's nemen kon, maar dan wel een kleine vergoeding (voor het voedsel van het dier). Waar hebben we dat nog gehoord en gezien.
Na een tijdje gereden te hebben kwamen we in een brede vallei, waar het toerisme al ver gevorderd is, Grote reclameborden kondigen de verschillende resorts aan; want dit hadden we ondertussen al gezien, we zouden hier niet echt primitief moeten leven. Op een bepaald ogenblik ook het bord tiararesort. We waren dus gearriveerd en het rode dak en en het grote gebouw viel wel degelijk op en paste eigenlijk niet echt in het landschap. Een grote ronder ger of een aaneenschakeling van stenen "gerachtige" gebouwen zou mooier zijn geweest.
In ieder geval zouden we hier nu drie dagen verblijven en na de drukte van de stad , toch een hele verademing.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten